8. De emancipatie van de vrouw

LES 8: alleen de tekst als pdfdocument


Woordenlijst

* neve (vgw.): en niet; en opdat niet
5.* ni (vgw.): indien niet
10.* copia, ae: voorraad, menigte; gelegenheid; (mv.) troepen

Een maquette van een grote landbouwvilla - die kon er dus uitzien als een grote hoeve met binnenkoer, zoals er nog in Haspengouw of de Condroz bestaan.

Een gedeeltelijk heropgebouwde villa rustica, in het Oostenrijkse Carnuntum. Deze stad was een provinciehoofdstad en lag aan de Donau, 35 km ten oosten van de huidige Oostenrijkse hoofdstad Wenen.

Eén van de grootste en meest luxueuze villa's was de villa van keizer Hadrianus, gelegen in het koele stadje Tivoli (het antieke Tibur), ten oosten van Rome.

Vele villa's van rijke Romeinen lagen op mooie, liefst koele plaatsen, zoals in Baiae aan de golf van Napels. Hier zie je de resten van de villa van de dichter Catullus, aan het Como-meer (Noord-Italië).

 

 

 

Woordenlijst

* necesse (oud adj.): noodzakelijk, nodig --- necesse est: het is noodzakelijk, moeten
5.* quantum: (zo veel) als; hoeveel? hoezeer?
10.* respondere, eo, respondi, responsum: (be)antwoorden
15.* quippe (bw.): immers; natuurlijk
* grex, gregis: kudde; troep
* monere, eo, monui, monitum: waarschuwen, aanraden
20.* interesse, sum, fui, ---: ergens tussen zijn; verschillen; aanwezig zijn
* item (bw.): eveneens

 

 

 

Twee foto's van bustes van vrouwen - de onderste misschien van keizerinnen...


Zien deze dames op dit antiek stuk fresco er niet erg modieus en zelfs hedendaags uit?







 

 






 

 

 

 





Woordenlijst


5.* militaris, is, e: van een soldaat, van het leger, militair
* colere, o, colui, cultum: bebouwen; (be)wonen; verzorgen, beoefenen; vereren

 

 

Een Romeinse munt met links de afbeelding van Romulus, vergoddelijkt als de god Quirinus.
Quirinus was een oude godheid van vóór de Romeinen; hij werd vereerd op de heuvel Quirinalis en later werd de vergoddelijkte Romulus met deze god vereenzelvigd. 

Basistekst 1 

In de vorige les zagen we welke de rol van de vrouw in het vroege Rome was. In onderstaande tekst komt de oude Cato - Cato Censorius, met wie we ook al kennis maakten in les 7 - terug op de taken van de "vilica", de boerin die verantwoordelijk was voor de villa. Hieronder geeft hij een aantal geboden voor de "vilica" - je vertaalt dus de hele tekst met behulp van "ze moet...", "dat ze...", "ze mag ... niet"...

     Ne nimium luxuriosa sit; vicinas aliasque
                te (veel)    verkwistend     dat ze   naburig
                                                     ...

     mulieres quam minimum utatur neve
          vrouw          zo ... mogelijk             (hier) om-              
                                                              gaan met

     domum neve ad sese recipiat. Ad cenam 
                                                       dat ze ...               maaltijd
     neque eat neve ambulatrix sit; rem divinam
                     < ire                 leegloopster                      godsdienst-
5. ni faciat iniussu domini aut dominae: scito
     (hier)            zonder bevel  meester           meesteres     ze moet
      niet                  van                                                      weten

     dominum pro tota familia rem divinam
                                                   (1)
     facere. Munda sit: villam munde habeat;
                          netjes                (2)                 
     focum purum cotidie, priusquam cubitum
         haard      schoon,    dagelijks                               slapen
                        netjes

     eat, habeat. Kal., Idibus, Nonis, festus dies
                                    (3)         (4)            (5)        cf. feest-
10.cum erit, coronam in focum indat, per
                               cf. kroon                          in doen...
     eosdemque dies lari familiari pro copia
                                                   (6)                             
     supplicet. Cibum omni familiae curet; 
          smeken         voedsel                                        
     gallinas multas et ova habeat. Farinam
            kip                                 ei                            meel
     bonam sciat facere.

(1) familia = al wie onder één 'dominus' staat --- dienstpersoneel, slaven; huisgezin
(2) villa: boerderij, landgoed. Een villa kon dus een vrij sober boerderijgebouw zijn, maar ook tot soms luxueuze villa's, zowel in de stad (villa urbana) als op het platteland (villa rustica).
(3) (4) (5) de Kalendae, Nonae en Idus zijn de drie vaste dagen in een Romeinse maand: de Kalendae valt op de 1ste, de Nonae op de 5de en de Idus op de 13de (maar in maart, mei, juli en oktober valt de Nonae op de 7de en de Idus op de 15de). In de Romeinse kalender wordt er dan afgeteld vanaf die drie vaste dagen - zie je Latijnse Spraakkunst 1040-1041
(6) De lares familiares zijn de huisgoden, de beschermgoden van het huis

Naar Cato, De Agricultura, hfdst 143


Opgaven
 

1. Welke taken heeft de "vilica" zo allemaal te verrichten?

2. Wat denk je van Cato's eerste en tweede raad - dat de "vilica" niet "luxuriosa" mag zijn en dat ze "alias mulieres quam minimum utatur" (r.1-2). Welk beeld heeft hij blijkbaar van de vrouw?

3. Rem divinam ni faciat (r.4-5): is zo'n gebod uitzonderlijk? Vinden we daar nog overblijfsels van in "moderne" godsdiensten?

4. Je hebt al bijzonderheden moeten opzoeken over de Romeinse kalender. Weet je dus nog hoe de Romeinen de jaren en de dagen telden?

5. "Pro copia" (r.11): hoe zou je dit het best vertalen? Wat vraagt de boerin (of boer) in de praktijk?

6. Zoek gegevens op over villa's in het algemeen en over bekende resten van villa's in het bijzonder, zoals de Villa Hadriana (in Tivoli, het antieke Tibur), de Villa del Casale (in Sicilië), de Villa dei Misterii (Pompeï)...
Zie o.a. http://nl.wikipedia.org/wiki/Romeinse_villa ,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Villa_Adriana ,
http://www.villaromanadelcasale.it/ ,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Pompeii , enz.

Ook over huizen in Pompeï b.v. (dus meer een "domus" dan een "villa") bestaan er prachtige websites, zie maar o.a.
http://www.romeinspompeii.net/vettii.html  of  http://en.wikipedia.org/wiki/House_of_the_Vettii 

 

 

Basistekst 2 

Er bestaan heel wat anekdotes over Augustus - zie ook de laatste lessen over humor.
In deze tekst vertelt Macrobius enkele anekdotes om aan te tonen hoe zelfstandig en spiritueel Augustus' dochter Iulia was...

     Itaque inter amicos dixit duas habere se
                                                      (1)
     filias delicatas, quas necesse haberet ferre,
      cf. filius   verwend                    
     rem publicam et Iuliam.
                                               (2)
     Venerat ad eum licentiore vestitu, et oculos
                                             nogal losban-    kledij                         
                                                    dig

5. offenderat patris tacentis. Mutavit cultus sui
      kwetsen, ergeren                 zwijgen                          opschik
     postera die morem, et laetum patrem
            
     adfectata severitate conplexa est. At ille,
           geveinsd              ernst              omhelzen
     qui pridie dolorem suum continuerat,
              de dag                                                                 
             voordien

     gaudium continere non potuit, et "Quantum
         vreugde
10.hic
, ait, in filia Augusti probabilior est
                                                          goed te keuren
     cultus?"
At Iulia respondit his verbis: "Hodie
                                                                                          vandaag
     enim me patris oculis ornavi, heri viri."
                                                      opsmukken gisteren
     Notum et illud. Adverterant in se populum in
                                       de aandacht trekken
     spectaculo gladiatorum Livia et Iulia
        cf. spektakel       cf. gladiator
15.comitatus dissimilitudine, quippe
         begeleiding,     ongelijkheid, verschil                            
             gevolg       

     cingentibus Liviam gravibus viris, haec
         omdat...
     grege iuventutis et quidem luxuriosae      
                       cf. iuvenis                            uitgelaten, weelderig    
     circumsidebatur. Monuit pater scripto ut
               omringen                                               geschrift...            
     videret, quantum inter duas principes
  
20.feminas interesset.
Eleganter illa rescripsit:
                                                    fijn, gepast            terugschrijven
     "Et hi mecum senes fient."  
    
     Item cum gravem amicum audisset Iulia
                                                                  = audivisset
     suadentem melius facturam si se
                                dat ze er beter zou aan doen...
     conposuisset ad exemplum paternae
      een houding aannemen    cf. Fr. exemple,   van haar vader
                                             Eng. example

25.frugalitatis, ait: "Ille obliviscitur Caesarem
            eenvoud                                vergeten
     se esse: ego memini me Caesaris filiam".
 

(1) Het onderwerp is Augustus...
(2) Iulia was de dochter uit het tweede huwelijk van Octavianus, de latere keizer Augustus. Kort na haar geboorte trouwde Octavianus met Livia, die heel invloed op haar man zou uitoefenen en de machtigste vrouw uit haar tijd werd.
Livia had al een zoon uit haar eerste huwelijk, de latere keizer Tiberius.
Iulia zelf kreeg uit haar tweede huwelijk 5 kinderen - twee van haar drie zonen en mogelijke opvolgers van Augustus stierven jong, soms in verdachte omstandigheden.
Iulia moest later hertrouwen met Tiberius, de zoon van Livia, die na de dood van zijn twee kleinzoons door Augustus werd geadopteerd en zo de tweede keizer werd in 14 n.Chr.
Iulia zelf werd in 2 v.Chr. door haar eigen vader wegens overspel voor 5 jaar naar een eiland verbannen. Haar latere levensjaren bracht zij in eenzaamheid door in Zuid-Italië.

Naar Macrobius, Saturnalia, Boek II, 5, §§ 4-6 en 8

Opgaven 

1. Filias delicatas (r.2): wat bedoelt Augustus daarmee over zijn dochter? En over de staat?

2. Licentiore vestitu (r.4): waarom was Augustus geschokt?
Augustus' hele politiek was erop gericht het zedenverval tegen te gaan en de oude zeden van eenvoud, huwelijkstrouw, enz. in ere te herstellen. Verklaart dit zijn reactie?

3. Wat insinueert Iulia met haar antwoord in regels 11-12?

4. Livia et Iulia (r.14): de vrouw en de dochter van de keizer verschilden dus sterk van elkaar! Ze staan a.h.w. symbool voor twee soorten vrouwen - verklaar dit.
Hadden de twee vrouwen andere redenen om elkaar te verafschuwen? 

5. Et hi mecum senes fient (r.21): wat bedoelt Iulia?

6. En wat bedoelt ze ten slotte met haar antwoord in regels 25-26? 

7. Deze anekdotes lijken onschuldig - maar weet je of kun je opzoeken hoe Iulia's levensstijl haar later noodlottig zal worden? 

8. Even nog enkele voornaamwoorden herhalen:
- wie is bedoeld met "eum" (r.4)?
- op wie slaat "sui" terug (r.5)?
- ille (r.7): wie is bedoeld? Is dit voornaamwoord hier op zijn plaats?
- his (r.11): wat weet je over het gebruik van dit voornaamwoord?
- haec (r.16): op wie slaat dit? Is dit het normale gebruik van "hic"?
- op wie slaan "illa" (r.20) en "hi" (r.21) terug?


Basistekst 3
 


De stichter en eerste koning van Rome, Romulus, werd na zijn dood vergoddelijkt. Het verhaal van een zekere Proculus Iulius droeg hier zeker toe bij. Die vertelde het volgende:

     "Romulus" inquit, "Quirites, parens urbis
                                                      (1)
     huius, prima hodierna luce caelo repente
                                   van vandaag
     delapsus se mihi obuium dedit. Cum
        neerdalen                       tegemoet... 
     perfusus horrore adstitissem, 'Abi, nuntia' 
       doordringen...  schrik           er bij staan
5. inquit 'Romanis, caelestes ita velle ut mea
                                                goden                                       
     Roma caput orbis terrarum sit; igitur rem
 
     militarem colant sciantque et ita posteris
                            (moeten)
                            beoefenen                                                   

     tradant nullas opes humanas armis 
 
     Romanis resistere posse.'  "Haec" inquit
 
10."locutus sublimis abiit."
                           hoog in de
                               lucht

(1) Quirites is de aanspreektitel van de Romeinse burgers; de naam Quirites komt van co-vir-ites en betekent dus eigenlijk "samen-mannen".

Naar Livius, Ab Urbe Condita, Boek I, 16, § 7


Opgaven 

1. Een deel van deze tekst hebben we misschien al gelezen in een leestekst van Les 8 van vorig jaar.
Het is één van de bekende voorspellingen van de toekomstige grootheid van Rome. Herinner je je nog welke dichter in zijn werk de Aeneïs ook dergelijke voorspellingen heeft weergegeven? Zie vooral Les 7 van vorig jaar!

2. Uiteraard werden deze "voorspellingen" pas later geschreven, meestal in de 1ste eeuw v. en n.Chr. Wat moet deze voorspelling bij Livius verklaren?

3. Rem militarem colant (r.6-7): ook deze woorden herinneren aan een tekst die je mogelijk in Leestekst 1 van Les 11 van vorig jaar hebt gelezen.
Toen klonk het als volgt:
"Tu regere imperio populos, Romane, memento! Hae tibi erunt artes, morem pacis imponere, parcere subiectis et debellare superbos." (r.5-8)
Kun je dit nog vertalen? Deze woorden stonden bij dezelfde dichter als bedoeld in opgave 1.

Grammatica  

1. De conjunctief praesens actief en passief

a. Observeer: uit Basisteksten 1 en 3 halen we volgende voorbeelden:

- curet (r.12) 
- habe-a-t (r.7)
- ind-a-t (r.10) (<indere, o) en ut-a-tur (r.2) / col-a-nt (Basistekst 3, r.7) en trad-a-nt (Basistekst 3, r.8)
- recipi-a-t (r.3) en faci-a-t (r.5)
- sci-a-t (r.14) / Sci-a-nt (Basistekst 3, r.7)

- sit (r.1)

b. Besluiten:

(1) De meeste conjunctieven praesens zijn herkenbaar aan de kenletter A (alle vervoegingen behalve de 1ste of a-vervoeging)

Voor de 1ste vervoeging is die kenletter niet mogelijk, aangezien de stam al uitgaat op een -a. Daarom wordt er een letter E toegevoegd, die dan met de stamklinker -a versmelt tot -e-.

(2) De regels voor de vorming van de conjunctief praesens zijn dus:

- conjunctief praesens voor de a-vervoeging:

praesensstam + letter E (a + e --- e) + de persoonsuitgangen
- in het actief:   -m, -s, -t, -mus, -tis, -nt
- in het passief: -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur

- conjunctief praesens voor de andere vervoegingen

praesensstam + kenletter A + de persoonsuitgangen
- in het actief:   -m, -s, -t, -mus, -tis, -nt
- in het passief: -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur

Zie voor de volledige vervoegingen je LS nrs 162 en 166.

Opmerking 1: zoals we vroeger al zagen, is er ook bij de conjunctief praesens - zoals in alle onvoltooide tijden - slechts een verschil tussen actief en passief in de uitgangen.

Opmerking 2: bij de eerste persoon van de 3de en 4de vervoegingen, zien we dat de conjunctief praesens = ind. futurum simplex!

Opmerking 3: bij de onregelmatige werkwoorden die we zagen in Les 5, zijn de conjunctieven praesens ook vrij onregelmatig:

- esse --- sim, sis, sit...
- posse --- possim, possis, possit...
- ire --- eam, eas, eat... (regelmatig, maar i --- e)
- velle --- velim, velis, velit...
- ferre --- feram, feras, ferat... (dus regelmatig)
- fieri --- fiam, fias, fiat... (dus regelmatig)


2. De conjunctief perfectum actief en passief

a. Observeer deze voorbeelden uit de vorige Les 7:

- Id publicum consilium an muliebris  timor fuerit, parum inuenio (Les 7, Basistekst 2, r.3-4)

- Accipe quotiens id fecerint (Les 7, Basistekst 3, r.9)

b. Voor de conjunctief perfectum - de minst gebruikte! - zijn de regels de volgende:

- conjunctief perfectum actief

perfectumstam + erim, eris, erit, erimus, eritis, erint

- conjunctief perfectum passief

participium perfectum + conj. praesens van esse

Zie voor de volledige vervoegingen je LS nrs 164 en 168.

Opmerking 1: zoals we vroeger al zagen, is er een groot verschil tussen het actief en het passief in de voltooide tijden - de actieve voltooide tijden worden gevormd op basis van de perfectumstam, de passieve voltooide tijden bestaan uit het participium perfectum + het hulpwerkwoord esse.

Opmerking 2: we zien dus dat de conjunctief perfectum actief in alle personen, behalve in de 1ste enk. gelijk is aan de vormen van de ind. futurum exactum!

Opmerking 3: voor de onregelmatige werkwoorden die we zagen in Les 5 zijn er geen problemen met de vorming van de conj. perfectum.
We hebben dus fu-erim, potu-erim, ierim, volu-erim, tul-erim en factus sim.


3. Het gebruik van de conj. praesens en perfectum: gelijktijdigheid en voortijdigheid in het heden:


a. We zagen in de vorig les al dat de conj. imperfectum en plus-quam-perfectum gebruikt worden in bijzinnen in het verleden, naar gelang er gelijktijdigheid of voortijdigheid is

b. Het verschil tussen conjunctief praesens en perfectum in bijzinnen is gelijkaardig:

- de conjunctief praesens gebruikt men in een bijzin die gelijktijdig  gebeurt met een hoofdzin die zich in het heden afspeelt
- de conjunctief perfectum gebruikt men eveneens in een bijzin die afhangt van een hoofdzin die zich in het heden afspeelt, maar dan wanneer die bijzin gebeurt VOOR de hoofdzin, dus wanneer ze voortijdig is.

c. Voorbeelden

- M. Catonem oratorem non solum grauem, sed interdum etiam trucem esse scimus omnes, cum ingenio sit mitis (Les 7, Basistekst 3, r.1-3)

Het hoofdwerkwoord "scimus" is een imperatief praesens - het werkwoord van de bijzin "sit" is conj. praesens, omdat het gelijktijdig gebeurt: het gaat dus om gelijktijdigheid in het heden.

- Id publicum consilium an muliebris  timor fuerit, parum inuenio (Les 7, Basistekst 2, r.3-4)

Het hoofdwerkwoord "invenio" is praesens - het werkwoord van de bijzin "fuerit" is conj. perfectum, omdat het ervoor gebeurt: het gaat dus om voortijdigheid in het heden.


4. Herhaling van het gebruik van de conjunctief:

a. We zagen al dat een conjunctief het meest gebruikt wordt in bepaalde bijzinnen, die ingeleid worden door ut = opdat, om te, zodat / cum = toen, omdat, hoewel / ne = opdat niet, om niet... We noemen dit grammaticale conjunctieven.

b. De conjunctief wordt ook gebruikt in sommige hoofdzinnen (soms ook in voorwaardelijke bijzinnen ingeleid door si = indien en nisi = indien niet), maar dan alleen met een speciale betekenis. We spreken dan van betekenisconjunctieven.

Het gaat in het bijzonder om zinnen die de volgende betekenis hebben:

- een wens , gebod of verbod
Voorbeelden:
- villam munde habeat (Basistekst 1, r.7)
- rem militarem colant sciantque (Basistekst 3, r.6-7)

- een mogelijkheid
Voorbeeld:
- de his uideris, quos ... aut immatura mors aut longa seruitus manet (Les 7, Basistekst 2, r.36-38)

- een onwerkelijkheid
Voorbeelden:
- nisi peperissem, Roma non oppugnaretur; nisi filium haberem, libera in libera patria mortua essem (Les 7, basistekst 2, r.31-34)


Oefeningen

1. We kennen nu alle tijden van de indicatief en conjunctief - tijd dus voor een herhalingsoefening: determineer volgende werkwoordsvormen volledig. Zijn er twee (of drie!) mogelijkheden, geef ze dan alle twee of drie...
Voorbeeld: egerint = ind.fut.ex.act. 3M of conj.perf.act. 3M van agere

exercerent - redeamus - afuerunt - distulissent - adducti sit - manseram - reperiam - admittimus - docebis - monebant - animadversus eram - excedes - moti essent - duceris - duxeris - relinquimus - reliquimus - relinquemus - relinquamus - reliqueramus - reliquerimus  - sederent - sedent - numeraberis - latus es - aspiciemus - audiebatur - videris - iaciam - veni - regeris - rexeris - habes - habebis - habebas - avertimus - avertemus - avertamus - averteremus - servatur - servitur - servetur - servietur - serviatur - servaretur - capit - cepit - solent - solvent - paramus - paremus - pareamus - pararemus - invaserint - invaserant - invaserunt - dederentur - dedentur - dedantur - properas - properes - properares - vinceris - viceris.

2. Volgende zinnetjes zul je misschien herkennen - ze kwamen voor in lessen van vorig jaar. Determineer het vet en/of cursief gedrukte werkwoord. Verklaar bij de vet gedrukte vormen het gebruik van de wijze - bij de cursief gedrukte vormen moet je (ook) de tijd verklaren:

cum (Eris) postea supervenisset nec admitteretur ad epulum, ab ianua misit in medium malum (Les 3, Basistekst 1, r.3-4)

- Iuppiter Mercurio imperavit ut deduceret eas in Ida monte (Les 3, Basistekst 1, r.9-10)

-  O miseri cives, creditis abisse hostes ? (Les 3, Basistekst 2, r.13-14)

- Cum gemini essent nec aetas discrimen facere posset, dei auguriis constituere debebant (Les 4, Basistekst, r.7-9)

- Invitati videbant tam brevi tempore rem Romanam crevisse (Les 4, Basistekst, r.40-41)

- Cum trigeminis agunt reges ut pro sua quisque patria dimicent ferro (Les 5, Basistekst, r.4-5). 

- Priusquam dimicarent foedus ictum inter Romanos et Albanos est his legibus ut is populus cuius ciues eo certamine vicissent, alteri populo cum bona pace imperaret. (Les 5, Basistekst, r.5-9)

- dum Albanus exercitus inclamat Curiatiis ut opem ferant fratri, ... (Les 5, Basistekst, r.27-28)

- ei (= Mucio) indignum uidebatur populum Romanum, cum sub regibus esset nullo bello nec ab hostibus ullis obsessum esse (Les 6, Basistekst, r.2-5)

- Adeo mouerat eum id spectaculum , ut pacis condiciones ultro ferret Romanis (Les 6, Basistekst, r.32-34)

- volent non venisse (Les 7, Basistekst, r.16-17)

- Cum esset Caesar in citeriore Gallia, crebri ad eum rumores adferebantur omnes Belgas contra populum Romanum coniurare (Les 8, Basistekst 1, r. 15-17)

- verebantur ne, omni pacata Gallia, ad eos exercitus noster adduceretur (Les 8, Basistekst 1, r.19-21)

- Praeterea mare quasi repelli videbamus. (Les 9, Basistekst, r.13)

- In commune consultant, intra tecta subsistant an in aperto vagentur. (Les 9, Basistekst, r.33-34) (tijd van de conjunctieven verklaren!)

- ad arbitrium administrauit, ut nonnulli, cum quid per iocum testandi gratia signarent, non Caesare et Bibulo, sed Iulio et Caesare consulibus actum scriberent. (Les 10, Basistekst, r.24-28)

- utque animaduertit undique se strictis pugionibus peti, toga caput obuoluit (Les 10, Basistekst, r.59-61).

3. Nog even het verschil tussen een betekenisconjunctief en een grammaticale conjunctief oefenen... Volgende zinnen komen uit de vorige lessen van dit jaar: verklaar het gebruik van de conjunctief en zeg om welke soort conjunctief het gaat:

- suadebat asino fugere, ne possent capi (Les 2, Basistekst 2, r.6)

- Vidua post mortem mariti sui statim et sine difficultate habeat hereditatem suam. (Les 2, Basistekst 3, r.9-10)

- Nullus liber homo capiatur (Les 2, Basistekst 3, r.21)

- Cum servi aegrotarint (= aegrotaverint), cibaria tanta dari non oportet. Pater familias vinum, frumentum quod supersit, vendat (Les 3, Basistekst 1, r.1-4) ("Supersit" NIET verklaren!)

- Iuppiter Annio cuidam per quietem imperavit, ut senatui nuntiaret id non sibi placuisse (Les 3, Basistekst 2, r.7-8)

- mi Tiro, te rogo, sumptu ne parcas (Les 4, Basistekst 1, r.15)

- Si tamen aut velocitate equorum aut hominum arte traherentur, esset ratio non nulla (Les 5, Basistekst 1, r.10-12)

- Romam praecesserat ut ius disceret (Les 5, Basistekst 2, r.5)

 

Een heel romantische beeldengroep van Arria en Paetus, van de Franse beeldhouwers Lepautre en Théodon (Museum van het Louvre, Parijs).

Het moment van de zelfmoord van Paetus is vaak uitgebeeld - hier een schilderij uit 1785 van de Franse schilder François-André Vincent (museum van Amiens).

Ongeveer dezelfde scène bij dezelfde schilder... (museum van Saint-Louis, USA).

Een schets van de Engelse 19de eeuwse schilder Dante Gabriël Rossetti.
In de rechter bovenhoek staan de woorden "non dolet".

 

Een buiten- en een binnenzicht van de Curia, het senaatsgebouw

 

De moeder tracht Papirius uit te horen... Schilderij van de Zwitserse schilderes Angelika Kaufmann (1741 - 1807).

Een mooi grafreliëf: de man en de vrouw geven elkaar de rechterhand. De mannen dragen een toga.

Een wandschildering uit het Huis van de Vettii in Pompei: de beschermgeest in het midden draagt de toga praetexta.

 

Leestekst 1


Ook in latere tijden bleef de Romeinse vrouw soms blijk geven van heldhaftige kwaliteiten. De bekende anekdote over Caecina Paetus en zijn vrouw Arria wordt o.a. door Plinius Minor in één van zijn brieven verteld:

     Aegrotabat Caecina Paetus maritus eius,
            ziek zijn                         (1)                 echtgenoot 
     aegrotabat et filius, uterque mortifere.
                                                                         dodelijk
     Filius decessit eximia pulchritudine
                      sterven      uitzonderlijk     < pulcher
     pari verecundia, et parentibus carus. Huic illa
                 fijngevoeligheid
5. ita funus paravit, ita duxit exsequias, ut
              uitvaart                                            lijkstoet
     ignoraret maritus; quin immo quotiens
         niet weten                            ja  zelfs       (hier) telkens als
     cubiculum eius intraret, vivere filium atque
         slaapkamer              cf. Fr. entrer    
     etiam commodiorem esse simulabat, ac
                       gezonder, beter                      veinzen, 
                                                                  doen alsof

     persaepe interroganti, quid ageret puer,
        heel dikwijls        = rogare
10.respondebat; 'Bene quievit, libenter cibum
                                                       rusten                        voedsel...
     sumpsit.' Deinde, cum lacrimae vincerent
         nemen...  
     prorumperentque, egrediebatur; tunc se
            losbarsten...                       
     dolori dabat; postea siccis oculis redibat
                                                      droog
     tamquam orbitatem foris reliquisset.
           alsof           kinderloosheid    buiten

(1) Caecina Paetus was een Romeins senator die leefde in de 1ste eeuw n.Chr. In 42 n.Chr. werd hij door keizer Claudius (41 - 54 n.Chr.) wegens samenzwering gedwongen zelfmoord te plegen.

Naar Plinius Minor, Epistulae, III, 16, §§ 3-5 


Opgaven

1. Van dezelfde Arria is er een ander verhaal bekend. Toen haar man dus wegens een samenzwering tegen keizer Claudius gedwongen was zelfmoord te plegen, gaf zij het voorbeeld: "Ze nam een dolk, stak die in haar borst, trok de dolk er weer uit en gaf die aan haar man met de woorden "Paetus, het doet geen pijn". (Plinius, ib., § 6).

2. Ook Martialis wijdt een epigram aan deze heldhaftige vrouw. Daar schrijft de dichter o.a.: "Vulnus quod feci, non dolet (cf. dolor); sed quod tu facies, hoc, mihi, Paete, dolet". (Martialis, Epigrammen, I, 14, vs. 3-4)

3. Spraakkunstvraagjes:

- huic (r.4): naar wie verwijst dit voornaamwoord?
- ignoraret (r.6): determineer en verklaar wijze en tijd
- simulabat (r.8): waarom niet "simulavit"?
- interroganti (r.9): welk woord is hierbij verzwegen? Verklaar de naamval
- egrediebatur (r.12): wat is er met dit werkwoord aan de hand? Vorige les, bij Leestekst 2, zagen we ook al de vorm "profectus est" - hoe noemen we zulke werkwoorden weer? Volgende les meer hierover...

Leestekst 2


Toch bleven ook bij latere schrijvers vele vooroordelen tegenover vrouwen bestaan - ze zouden wispelturig, verspilziek en vooral babbelziek zijn...

     Mos antea senatoribus Romae fuit in curiam
                                    cf. senator                                          (1)
     cum praetextatis filiis introire. Quodam die
                           (2)                          binnengaan
     in senatu res maior quaedam consultata
                                      nogal                             beraadslagen
                                    belangrijk

     et in diem posterum prolata est; tum 
                                                       uitstellen
5. placuit, ut eam rem, super qua tractavissent,
      (hier) men                                                   behandelen, bespreken
         besloot

     ne quis enuntiaret, priusquam decreta esset.
                       verder vertellen                                  beslissen
     Mater autem Papirii pueri, qui cum parente
    
     suo in curia fuerat, percontata est filium, 
                                                         ondervragen
     quidnam in senatu patres egissent. Puer
                                                     (3)
10.respondit tacendum esse neque id dici licere.
                             moest ....  zwijgen                                    
     Mulier fit audiendi cupidior; secretum rei et
        vrouw                                < cupere          geheim
     silentium pueri animum eius ad inquirendum
        cf. Fr./Eng                                                 om te... onderzoeken    
          silence

     everberat: quaerit igitur violentius. Tum puer
         aansporen                                    geweldig, heftig
     lepidi mendacii consilium cepit.
       geestig      leugen
15.Actum in senatu dixit, utrum esset utilius
                                                        of....                       nuttig
     republica, ut unus vir duas uxores haberet,
    
     an ut una apud duos nupta esset. Hoc
                                                          trouwen
      illa ubi audivit, animus compavescit, domo
                                                            bang worden
     trepidans egreditur ad ceteras matronas. 
          sidderen                                                        huisvrouw
20.Pervenit ad senatum postridie matrum
                                                    's anderendaags
     familias caterva; lacrimantes orant, ut una
                       menigte, bende   < lacrima          smeken
     potius duobus nupta fieret, quam ut uni
        liever               
     duae. Senatores ingredientes in curiam, 
                                                binnen gaan
     quid illae mulieres vellent, mirabantur.
 
25.Puer Papirius in medium curiae progressus,
                                                                               naar voor gaan
     quid mater audire institisset, quid ipse matri
    
     dixisset narrat. Senatus fidem atque
                                                              trouw
     ingenium pueri laudabat, consultum facit,
                                          prijzen, loven       besluit
     uti posthac pueri cum patribus in curiam ne
                voortaan
30.introeant, praeter ille unus Papirius. Illo 

     puero postea cognomen honoris gratia
                                          bijnaam
     datum "Praetextatus".
 

(1) De Curia was het gebouw waarin de senaat vergaderde.
(2) Praetextatus = gekleed met een toga praetexta. Een toga praetexta was een toga met een purperen zoom, gedragen door hogere magistraten en ook door kinderen van edelen, jonger dan 17 jaar
(3) Patres is de eretitel die de senatoren droegen.

Naar Aulus Gellius, Noctes Atticae, Boek I, hfdst. 23, §§ 4-13


Opgaven

1. Res maior (r.3): letterlijk "een grotere zaak", maar groter dan wat?
In Basistekst 2 zagen we ook al "licentiore vestitu" (r.4), letterlijk "in een meer losbandige kledij", maar meer losbandig dan wat?
Als er geen tweede lid van de vergelijking is na een comparatief spreken we van "absolute comparatief" en vertalen we met "nogal, te..."

2. Placuit (r.5): welk werkwoord hangt rechtstreeks hiervan af, tractavissent, nuntiaret of decreta esset?
En van welk werkwoord hangt het lijdend voorwerp "eam rem" (r.5) af?

3. Welk woord kun je denken bij "una"? En bij "duos" (r.17)?

4. Ook in de zin "ut una potius duobus nupta fieret, quam ut uni duae" (r.21-23) moet je goed letten op het geslacht van "una", "duobus", "uni" en "duae"! Wat moet je in de vertaling er telkens bij zeggen?
Tussen haakjes: "uni" is onregelmatig, het is géén genitief enk, welke naamval dan wel? 

5. Bij enkele zinnen valt weer op dat een letterlijke vertaling echt geen goed Nederlands is en dat je dus je best moet doen een goede vertaling te vinden - één van de voordelen van Latijn leren trouwens...
Probeer maar eens een letterlijke en dan een echt goede vertaling van:
- Puer respondit ... neque id dici licere (r.9-10)
- Mulier fit audiendi cupidior (r.11)
- puer lepidi mendacii consilium cepit (r.13-14).

6. Antwoord op de volgende vragen met Latijnse woordgroepen of zinnen uit de tekst:

- wat gebeurde er met de belangrijke zaak die in de senaat werd behandeld?
- wat wou de moeder van Papirius van de jongen te weten komen?
- wat was de reactie van de moeder toen de jongen eerst niets wou zeggen?
- wat maakte haar dus nog nieuwsgieriger?
- wat vroegen de vrouwen 's anderendaags aan de senatoren?
- wat besluit de senaat ten gevolge van deze anekdote?

7. Nog enkele grammaticale vraagjes:
- egissent (r.9): determineer - verklaar het gebruik van de tijd
- dici (r.10): determineer
- utilius (r.15): determineer
- ingredientes in curiam (r.23): wat voor een soort participiumzin is dit? En hoe vertaal je ze het best?
- introeant (r.30): determineer - verklaar het gebruik van de wijze en de tijd.

8. Welke passage van dit verhaal staat in het praesens? Waarom gebeurt dat weer en hoe noemen we zo'n praesens?

 

 


Leestekst 3

We kennen al de ironie en het sarcasme van Martialis! Ziehier wat hij schrijft over een rijke vrouw...

     Vxorem quare locupletem ducere nolim
                          waarom           rijk                ...          niet willen      
        quaeritis? Vxori nubere nolo meae.
                                               trouwen
                                                   (1)

     Inferior matrona suo sit, Prisce, marito:
          mindere       huisvrouw             dat...                echtgenoot
        non aliter fiunt femina uirque pares.
                    anders             cf. Fr. femme

(1) Nubere = trouwen wordt alleen bij vrouwen gebruikt; voor een man zegt men "uxorem ducere"...

Martialis, Epigrammen, Boek VIII, 12

Opgaven 

1. Uxori nubere nolo meae (r.2): wat bedoelt Martialis hiermee? Hoe moet je dit vertalen of moeten we aanvaarden dat zo'n woordspeling onvertaalbaar is?

2. Inferior... pares (r.3-4): natuurlijk is dit ironisch bedoeld, maar wat wil de dichter eigenlijk zeggen?

3. Non aliter fiunt femina virque pares (r.4): deze komisch bedoelde woorden vinden we bij de bloedernstige Cato terug...
In dezelfde passage waarvan we een uittreksel hebben gelezen in Basistekst 3 van de vorige les, lezen we bij Cato, die aan het woord was geweest vóór de volkstribuun Lucius Valerius, het volgende:

"Bedenk eens welke wetten er allemaal nodig zijn geweest om de vrouw aan de man te onderwerpen. Zelfs met die wetten kunnen we ze nauwelijks onder de duim houden..."
En dan komt die bekentenis: "Extemplo simul (= van zodra) pares esse coeperint, superiores erunt." (Livius, Ab Urbe condita, Boek XXXIV, hfdst.3, § 1)

Wat denk je van deze twee uitspraken over de verhouding man en vrouw?

Activiteiten

1. In Les 6 wezen we er al op (zie Activiteiten 3.) dat je vrij gemakkelijk je Latijnse woordenschat kunt uitbreiden door bij nieuwe woorden te letten op de stamverwantschap met reeds gekende Latijnse woorden of op de verwantschap met Franse, Engelse en soms Nederlandse woorden.

Ook interessant is bij samenstellingen te letten op het verband met andere samenstellingen - en dat is vooral het geval bij samengestelde werkwoorden:

- soms is de betekenis praktisch dezelfde: kijk maar naar "mirari" en "admirari"

- soms ken je het voorvoegsel en hangt de betekenis daarvan af: je kent b.v. "egredi" = gaan uit  - in Leestekst 2 ontmoette je ook "ingredi" = ?  en "progredi" = ?

Zo heb je ook vele samenstellingen van "ire": adire, inire, introire, redire, transire... of van "ducere": adducere, reducere, traducere... of van "ferre": afferre, conferre, inferre, referre, transferre...


2. Aangezien we langzamerhand naar het einde van dit tweede jaar Latijn gaan, wordt het tijd enkele algemene activiteiten die we al konden starten in het eerste jaar, af te ronden. In deze les en de twee volgende lessen zullen we aandacht besteden aan:

- het afwerken van de kaart van het Romeinse rijk
- het afwerken van de tijdslijn van de Romeinse geschiedenis
- een overzicht van de goden die we hebben ontmoet
- een chronologisch overzicht van de schrijvers die we hebben ontmoet
- de verwantschap tussen het Latijn en de moderne talen (op basis van de alfabetische woordenlijst)
- een vergelijking van thema's, verhalen, gebeurtenissen uit de Romeinse tijd met latere en  hedendaagse situaties
- een verzameling van de interessantste websites die we hebben ontmoet of die jullie nog gevonden hebben.

In deze les kunnen we het hebben over de kaart van het Romeinse rijk en de tijdslijn met de belangrijkste gebeurtenissen die we hebben ontmoet.

Als je hiermee vorig jaar al gestart bent, is nu het ogenblik aangebroken om deze twee projecten aan te vullen met gegevens van dit jaar. Zo zullen deze overzichten je helpen bij het lezen van Latijnse auteurs in de volgende jaren...

Is dit nog niet gebeurd, dan kan je leraar je misschien in groepjes verdelen en er een interessant eindwerk van maken?